Vanaf 1 november 2019 nieuwe regeling om een geneesmiddel af te leveren en terug te betalen
Een apotheker kan momenteel onbeperkt in de tijd een voorgeschreven geneesmiddel meegeven met de patiënt. Er is als patiënt tot vandaag geen ultieme einddatum om het voorschrift in te dienen bij de apotheker. Op het einde van de 3de maand na het ophalen van het geneesmiddel wordt het terugbetaald door de ziekteverzekering. Een hoofdbreker, voor zowel de voorschrijvers als voor de apotheker en de patiënt.
Dat onderscheid zal verdwijnen op 1 november 2019: de termijn waarbinnen de apotheker een geneesmiddel mag afleveren aan de patiënt en de termijn waarbinnen dat geneesmiddel vergoedbaar is, worden op elkaar afgestemd. De termijn zal standaard 3 maanden bedragen vanaf de dag waarop de voorschrijver het voorschrift heeft opgesteld.
Vanaf 1 november 2019 zal de patiënt 3 maanden tijd hebben om zijn geneesmiddel te gaan afhalen in de apotheek, behalve wanneer de voorschrijver dat anders heeft vermeld. Als de geldigheidstermijn van het voorschrift verlopen is, zal de apotheker het niet meer kunnen afleveren.
Een meer samenhangende, maar vooral ook meer transparante regel, die voor meer logica in de volksgezondheid zorgt.
Op welke voorschriften heeft dit invloed?
De nieuwe regelgeving zal van toepassing zijn:
- Op farmaceutische producten, dat wil zeggen: geneesmiddelen, magistrale bereidingen, medische voeding en medische hulpmiddelen afgeleverd in apotheken (dus niet de producten die tot de bandagisterie behoren).
- Als een arts, een tandarts of een vroedvrouw ze heeft voorgeschreven aan een niet-gehospitaliseerde patiënt (in de ambulante zorg): in de spreekkamer van de voorschrijver, op huisbezoek bij een patiënt, in een rusthuis of tijdens eens raadpleging in het ziekenhuis (zonder hospitalisatie).
- Ongeacht of het voorschrift op papier of elektronisch is opgesteld.
- Ongeacht of de ziekteverzekering het geneesmiddel al dan niet vergoedt.
Het therapeutische nut van een voorschrift: een kwestie van gezond verstand
Een precieze duur om een optimale zorgkwaliteit te garanderen.
Een voorgeschreven geneesmiddel onbeperkt in de tijd kunnen krijgen, zou problemen kunnen geven naar zorgkwaliteit toe. Iedere patiënt is immers uniek en de voorschrijver maakt een keuze voor het voorschrift op basis van de gezondheidstoestand van zijn patiënt op een specifiek moment.
Door de aflevering van een geneesmiddel te beperken in tijd, komt de nieuwe regelgeving dichter bij de realiteit. Deze nieuwe regelgeving is zowel van toepassing op elektronische voorschriften als op papieren voorschriften. Ze beperkt echter niet de toegang tot zorg of tot terugbetaling.
Voorbeeld: Als een tandarts een geneesmiddel voorschrijft op 10 november 2019 zonder een bijkomende vermelding, dan zal de apotheker het aan de patiënt kunnen afleveren tot en met 9 februari 2020 (en niet meer tot aan het einde van de maand februari 2020). En de ziekteverzekering zal dat geneesmiddel tot en met 9 februari 2020 vergoeden.
Garantie op therapeutische vrijheid
Met het oog op de volksgezondheid, zal de voorschrijver zijn volledige vrijheid behouden om voor te schrijven. Als hij het noodzakelijk acht, wegens de specifieke situatie van een patiënt, zal hij steeds een kortere of een langere geldigheidsduur dan de ‘standaard’ voorziene 3 maanden kunnen bepalen.
Hij zal dat dan vermelden op het voorschrift, in het daarvoor bestemde vak in het geval van een elektronisch voorschrift of in het vak « Einddatum van de uitvoerbaarheid » in het geval van een papieren voorschrift. De geldigheidsduur die de voorschrijver bepaalt, zal in geen enkel geval meer dan 1 jaar kunnen bedragen, te tellen vanaf de datum waarop hij het voorschrift heeft opgesteld. Ook in dat geval moet de einddatum van de geldigheid, zoals bepaald door de voorschrijver, expliciet op het papieren voorschrift of op het bewijs van elektronisch voorschrift vermeld staan.
Voorbeelden:
- In het geval van een antibioticum dat de patiënt onmiddellijk zal moeten innemen, heeft een geldigheidsduur van 3 maanden geen zin. De arts kan de geldigheid van zijn voorschrift dus beperken tot 1 of 2 weken.
- Voor een patiënt die daarentegen lijdt aan een chronische ziekte, kan de arts het misschien nuttig vinden om een langere geldigheidsduur te bepalen om de continuïteit van de zorg te garanderen.
Geldigheidsduur gedurende de periode van de aanpassing van de softwarepakketten van voorschrijvers en apothekers :
De softwarepakketten van voorschrijvers en apothekers (inclusief PARIS-toepassing) worden aangepast zodat de voorschrijvers tijdens het aanmaken van een elektronisch voorschrift een kortere of een langere geldigheidsduur dan de 3 voorziene ‘standaardmaanden’ kunnen bepalen. De aanpassing zal zo snel mogelijk uitgevoerd worden en in mei 2020 effectief en functioneel zijn.
Van 1 november 2019 tot wanneer de aanpassing aan de softwarepakketten van de apothekers en de voorschrijvers effectief en functioneel is (ten laatste op 31.05.2020), zal de geldigheidsduur van elektronisch aangemaakte voorschriften verplicht 3 maanden bedragen.
Aflevering en terugbetaling: dezelfde logica
Als de voorschrijver meent dat een langere of kortere geldigheidsduur dan de 3 ‘standaardmaanden’ nodig is, dan zal diezelfde periode van toepassing zijn voor de terugbetaling van het geneesmiddel.
Met het oog op de volksgezondheid zal de nieuwe regel van toepassing zijn, ongeacht of de ziekteverzekering de geneesmiddelen vergoedt of niet.
Meer eenvoud en transparantie voor iedereen
De voorschrijver zal niet meer gebruik moeten maken van eventuele ‘latere uitvoeringsdatums’.
De apotheker zal de einddatum van geldigheid die overeenkomt met ‘het einde van de 3e maand die volgt op de datum van het voorschrift’, soms in combinatie met een ‘latere uitvoeringsdatum’, niet meer zelf moeten ‘berekenen’ om te weten of hij al dan niet de derdebetalersregeling moet toepassen (en dus de terugbetaling door de verzekering aftrekken van de prijs die hij aan de patiënt vraagt). Dat zal een heleboel discussies vermijden aan de balie van de apotheek.
Het is ook een transparant systeem voor de patiënt:
Als het een elektronisch voorschrift is, dan zal de einddatum van de geldigheid ook duidelijk vermeld staan op het bewijs van elektronisch voorschrift, dat hij van zijn voorschrijver krijgt en aan de apotheker overhandigt.
Een nieuw model als bewijs van elektronisch voorschrift en een nieuw model van papieren voorschrift, te gebruiken vanaf 1 november 2019
De harmonisatie van de geldigheidsduur vraagt natuurlijk ook een aanpassing van het model van elektronisch voorschrift en het model van papieren voorschrift.
Aanpassingsperiode
We voorzien een overgangsperiode om voorschrijvers en apothekers de kans te geven zich aan te passen, en om zo elke negatieve impact op te patiënt te vermijden.
De overgangsperiode voor papieren voorschriften loopt van 1 november 2019 tot 31 januari 2020. Vanaf 1 februari 2020 zal het oude model van het papieren voorschrift niet meer geldig zijn en de voorschrijvers zullen de nieuwe modellen moeten gebruiken.
De overgangsperiode voor elektronische voorschriften loopt van 1 november 2019 tot 31 mei 2020 ten laatste. De softwarepakketten van de voorschrijvers en de apothekers (inclusief onze PARIS-toepassing) worden aangepast, zodat de voorschrijvers een geldigheidsduur kunnen bepalen die afwijkt van de 3 voorziene ‘standaardmaanden’. Die aanpassing komt er zo snel mogelijk en zal tussen 1 mei 2020 en 31 mei 2020 effectief en functioneel zijn.
Wat zal er gebeuren met een voorschrift dat opgesteld is vóór 1 november 2019?
Vanaf 1 november zal de apotheker een geneesmiddel dat voorgeschreven is vóór die datum kunnen afleveren tot en met 31 januari 2020, tenzij de voorschrijver een afleverdatum bepaald had tijdens het opstellen van het voorschrift.
Als de voorschrijver een afleverdatum bepaald had tijdens het opstellen van het voorschrift, dan zal de apotheker het voorgeschreven geneesmiddel nog kunnen afleveren gedurende een periode van 3 maanden na de door de voorschrijver bepaalde afleverdatum.
De ziekteverzekering zal een geneesmiddel dat voorgeschreven werd vóór 1 november even lang terugbetalen als dat momenteel het geval is, dat wil zeggen tot het einde van de 3e maand die volgt op de datum van het voorschrift. In de betreffende gevallen zal er terugbetaling zijn tot het einde van de 3e maand die volgt op de datum vermeld onder ‘uitvoerbaar vanaf’, behalve wanneer de periode van terugbetaling langer is dan de geldigheidsduur voor de uitvoering. In dat laatste geval zal de periode van terugbetaling beperkt zijn tot het einde van de administratieve geldigheid van het voorschrift.
Een reden te meer om over te schakelen naar het elektronisch voorschrift
De veranderingen maken deel uit van een groter traject om het voorschrift op progressieve wijze te ‘dematerialiseren’, waarvan het elektronisch voorschrift 1 van de belangrijkste stappen is.
De nieuwe geldigheid van de geneesmiddelenvoorschriften zal bepaalde aspecten van de overgang naar het elektronisch voorschrift vergemakkelijken. Het systeem Recip-e, dat de uitvoering van de elektronische voorschriften toelaat, zal de geldigheid van de elektronische voorschriften beheren door de voorschriften die niet meer geldig zijn te archiveren (voor de elektronische voorschriften opgesteld na 1 november 2019). De apotheker zal dus de garantie hebben dat de voorschriften, opgesteld door een voorschrijver vanaf 1 november 2019, die hij kan opladen geldig uitvoerbaar zijn. Dat zal er ook voor zorgen dat de Recip-e server de 15 % voorschriften kan opruimen die de patiënten nooit ophalen.
Een reden te meer om over te schakelen naar het elektronisch voorschrift, wat op 1 januari 2020 verplicht zal zijn. Voor de uitzonderlijke situaties waarbij het papieren voorschrift toegelaten zal blijven, zal de voorschrijver het nieuwe model van papieren voorschrift moeten gebruiken.